Verwachtingen van huurdersorganisaties
De Overlegwet en de Woningwet geven huurdersorganisaties een stevige positie om de belangen van huurders bij woningcorporaties te behartigen. Dit leidt tot (te) hoge verwachtingen bij de corporaties, politiek en de huurders zelf. Of deze verwachtingen kunnen worden ingevuld is maar zeer de vraag. Huurdersorganisaties doen hun best, maar slagen zij in hun opdracht?
Representatie als belangrijke uitdaging voor huurdersorganisaties
Huurdersorganisaties adviseren corporaties gevraagd en ongevraagd. Van hen wordt verwacht dat zij hun achterban betrekken bij de bepaling van hun standpunten en andere activiteiten. De vraag die dikwijls wordt gesteld – al dan niet hardop uitgesproken – “namens wie spreekt de de huurdersorganisatie?” Met andere woorden, slagen huurdersorganisaties er in voldoende mate in om hun achterban actief te betrekken bij hun activiteiten?
Inhoud en participatie
Als het gaat om de inhoud is er veel aandacht voor huurdersorganisaties. Zo worden veel cursussen georganiseerd en er is een grote schare aan adviseurs actief. Dit alles is vooral gericht op de volkshuisvestelijke inhoud. Alles wat innovatief is of lijkt wordt omarmd om een stap verder te komen. Dat moet ook, want de representativiteit van huurdersorganisaties moet gewaarborgd zijn.
Betrekken van de achterban
Het daadwerkelijk betrekken van de achterban van de huurdersorganisatie bij de concrete advisering en besluitvorming is lastiger. Huurdersorganisaties kunnen over het algemeen hun achterban niet, of maar zeer beperkt, bereiken. Het grote bottleneck is dat de huurdersorganisaties niet beschikken over de NAW-gegevens van hun achterban maar hooguit van hun leden of met moeite bij elkaar gesprokkelde e-mailadressen. Dit probleem wordt niet zelden gezien als een probleem van de huurdersorganisatie. Hoewel het recht op een huurdersraadpleging bestaat, geeft dit recht geen invulling aan de initiële bedoeling van de wet: namelijk dat huurders zich organiseren en eigen verantwoordelijkheid nemen. De wet zou corporaties moeten verplichten de NAW-gegevens van de huurders beschikbaar te stellen aan de huurdersorganisatie. Uiteraard met de bijbehorende zorgvuldigheidsmaatregelen en de privacy in acht nemend.
Het is opvallend te moeten waarnemen dat bijvoorbeeld de ketenpartners van corporaties (aannemersbedrijven en kwaliteitsbewakers zoals het KWH) vaak wel beschikken over de NAW-gegevens van huurders, terwijl de belangrijkste stakeholder van de woningcorporatie, de huurdersorganisatie, met de hun door de wet opgelegde taak daar niet over kan beschikken. Blijkbaar hoort huurdersparticipatie niet bij het primaire proces.
Verstrek deze gegevens en ga aan de slag
Breng huurdersorganisaties in de positie om hun achterban beter te bereiken. Sluit een verwerkersovereenkomst, maak afspraken en stel de NAW-gegevens van huurders beschikbaar. Help de huurdersorganisatie met het ontwikkelen van procedures om de achterban te betrekken bij advisering en besluitvorming en geef de achterban inzicht in wat de huurdersorganisatie doet. Als woningcorporatie word je daar beter van!
Wim Dings is initiatiefnemer van Lasso+, een administratieprogramma dat huurdersorganisaties versterkt aan de basis.
Venlo, 22 maart 2021